development

Toets het draagvlak af

Een scholenband dient gedragen te worden door de directie en het leerkrachtenteam. Op je eentje werk maken van een Noord-Zuidpartnerschap is niet alleen minder motiverend en extra belastend, het houdt ook risico’s in naar de duurzaamheid van de samenwerking.

Leg het idee daarom voor aan je collega's en bekijk hoe groot het draagvlak is: staan de andere leerkrachten achter het opstarten van een scholenband? Zijn er enkele collega's die een actievere rol willen opnemen en bijvoorbeeld mee het contact met de partnerschool willen onderhouden, een activiteit (mee) willen uitvoeren, het zien zitten om de administratie op zich te nemen, etc.?

Richt een werkgroepje op

Van zodra enkele collega's mee op de kar willen springen, kunnen jullie een werkgroepje oprichten dat de motor is van de scholenband. Dit betekent uiteraard niet dat andere leerkrachten, directieleden of ouders geen rol meer kunnen spelen in de scholenband. Zij kunnen nog steeds ondersteuning bieden, bijvoorbeeld als gastgezin tijdens een bezoek van de collega's uit het Zuiden of tijdens een grote activiteit in het kader van de scholenband.

Tips:

  • Zie de werkgroep in het begin niet te groots. Enkele leerkrachten volstaan. Ook de scholenband zal geleidelijk aan dienen uitgebouwd te worden. De werkgroep kan dan meegroeien op het ritme van de scholenband.
  • Plan een vast afsprakenmoment om te vermijden dat het overleg verwatert. Valt er weinig te bespreken, dan kan je het ook kort houden. Zijn er grote evoluties, dan kan je tussendoor een extra moment inlassen.
  • Als je start met een klein groepje, waak er dan over dat je gesteund wordt door de rest van het schoolteam en hen nu en dan op de hoogte houdt over de stand van zaken.
  • Download het 'Draaiboek voor beginnende scholenbanden' onderaan deze pagina, daarin vind je heel wat tips over de opstart van een scholenband.

Draaiboek voor beginnende scholenbanden